Wij zijn Rijn IJssel

Over vluchten, kansen en CIOS

Vanwege je geloof moeten vluchten uit je geboorteland. Terechtkomen in een volstrekt vreemd land, duizenden kilometers weg van vrienden en familieleden. Ondanks al je verdriet en wanhoop er daar toch het beste van maken. En vijf jaar later een succesvolle CIOS-student zijn op Rijn IJssel. Dat is het verhaal van Mo Saeidi uit Iran én Nouri Sedo uit Irak. Twee jongemannen uit twee verschillende landen. Maar met een grotendeels overeenkomstig verhaal.

Maandag hoor ik dat ik mijn diploma krijg. De nu 21-jarige Mo Saeidi zegt het vol overtuiging, in vlekkeloos Nederlands. Want nu al weet de vierdejaarsstudent dat hij met het felbegeerde papiertje de deur uitwandelt van het CIOS. Het gaat wel goed ja. Ik was ook de eerste van mijn klas die alles heeft ingeleverd.

Twee landen, één verhaal

Dan schuift de 20-jarige Nouri Sedo aan bij het gesprek. Hij zit gebroederlijk naast Mo. Of ze elkaar al langer kennen? Ja, sinds we op het AZC terechtkwamen in Arnhem-Zuid. Maar Iraniër Mo en Irakees Nouri delen veel meer dan alleen die locatie. Eerstgenoemde kwam in 2016 naar Nederland met zijn familie vanuit de stad Ahwaz, op de vlucht voor het regime.

Een jaar later liet ook Nouri huis en haard achter. Bekeerd tot het christendom was er met de opkomst van Islamitische Staat geen keus: Het was óf vluchten, of doodgaan. IS heeft vrouwen meegenomen, kinderen vermoord. En alleen omdat ze een ander geloof hadden

Het gesprek valt even stil. Weet u, mijn neef is in 2014 gevangengenomen. Sindsdien heb ik niets meer van hem gehoord, vervolgt Nouri zijn verhaal dan zichtbaar geëmotioneerd. En gisteren nog zijn er in de straat waar ik heb gewoond twee bommen ontploft. Wéér een dode.

Drive

Na wat omzwervingen belandden Mo en Nouri uiteindelijk in azc Elderhoeve in Arnhem. Het was jarenlang hun verblijfplaats. Een onzekere toekomst dreigde jarenlang. Maar het weerhield de twee er niet van de Nederlandse taal zich zo snel mogelijk eigen te maken en naar school te gaan. Mo: Ik wilde heel erg op de taal focussen, omdat ik in contact wilde komen met Nederlandse jongeren. En weet je: je kunt wel zielig in je kamertje blijven zitten, maar waarom zou je dat doen als je ook iets kunt bereiken?

Een jaar in de Internationale Schakelklas (ISK) volgde. Mo wist toen al: ik wil meer. In zijn geboorteland voetbalde hij in de jeugdopleiding van een profclub en de student werd in 2018 zelfs gescout door De Graafschap. Hoewel het niet tot een verbintenis kwam, is sport toch dé uitlaatklep voor de Iraniër. Ik kreeg het advies om een niveau 2-opleiding te gaan doen, maar dat vond ik echt té gemakkelijk. Dus heb ik veel gesprekken gevoerd om op niveau 3-4 te mogen beginnen bij het CIOS. Dat is gelukt. Meer dan dat: in het eerste jaar scoorde Mo er gemiddeld de hoogste cijfers.

Het verhaal van Nouri laat zich vergelijken met dat van Mo. Ook hij volgde de ISK voordat de stap naar het CIOS volgde. De Irakees besloot echter wél eerst niveau 2 te doen. Dat papiertje ga ik nu halen, dus nu ga ik op niveau 3-4 verder.

Kansrijk

Inmiddels weten beide studenten tot hun grote blijdschap dat ze in Nederland mogen blijven. Heeft de noodgedwongen vlucht uit hun thuisland dan ook wat goeds gebracht? Om eerlijk te zijn is het CIOS de beste school van alle scholen waar ik op heb gezeten. Docenten helpen je altijd en met mijn loopbaancoach kan ik soms uren praten en lachen. Hij is echt tof, zegt Nouri openhartig. Ook ik heb ervoor gekozen heel goed mijn best te doen. Want hier, in Nederland, liggen er veel kansen.

Mo knikt. Er is hier altijd ruimte om jezelf verder te ontwikkelen. Je krijgt hier kansen genoeg. En als je die kansen pakt, dan word je daar zelf beter van. Dus doe gewoon wat je zelf leuk vindt. Als je het wilt, dan lukt het.